
Wageningen Universiteit (de WUR)
Ik kwam in 2014 op de WUR. Er was toen een zogenaamde “Voedsel Anders” conferentie over agro-ecologie en biologische landbouw waarin allerlei mensen uit Nederland en de rest van de wereld (onder andere Vandana Shiva) workshops en lezingen gaven en bijwoonden. Ik was nogal een milieumens en vond ( en vind nog steeds) landbouw een interessant thema.
Het was een inspirerende dag en er heerste een positieve sfeer van “wij gaan de wereld verbeteren”. Een sfeer die echt was, niet alleen maar oppervlakkige feelgood. Er liepen hier echte doeners rond, die zo van hun biologische coöperatieve bedrijf kwamen met de aarde nog onder hun nagels en hun gezicht gelooid door de zon zogezegd.

Ik ben Wageningen altijd blijven associëren met deze positieve sfeer en houding. Een internationale sfeer waar idealisme en wetenschap elkaar vinden maar waar men midden in de samenleving staat en daadwerkelijk praktische kennis van zaken heeft. Geen luchtkastelen zoals de sociale wetenschap waar ik al (interessante) ervaring mee had. Ik had me sindsdien altijd een soort onderbewust voorgenomen om er een keer een studie te doen (misschien speelden de leuke meisjes mee in dat onderbewuste, dat overigens terzijde).
Een andere reden waarom ik me ‘getriggerd’ voelde door Wageningen waren de doctrines van onder andere Louise Fresco en de ‘ecomodernisten’, die in veel gevallen juist tegengesteld waren aan die van Voedsel Anders c.s.. Louise Fresco was ten tijde van de conferentie ook directrice van Wageningen. Dat viel me toen op omdat het tegenstrijdig leek: Fresco was tenslotte juist een voorstander van moderne, intensieve landbouw met allerlei nieuwe of nog uit te vinden snufjes zoals genetische modificatie. Dit triggerde mij destijds omdat ik zelf meer op had met biologische landbouw. Fresco was/is daar juist tegen omdat het ‘de wereld niet kan voeden’ – zo kwam ik ook bij die conferentie uit: om te zien hoe een ecologisch gebaseerde landbouw wel degelijk ‘de wereld’ kan voeden.
Wageningen begon een eigen leven te leiden in mijn hoofd. Ik zag het als dé plek om te zijn als het gaat om voedsel/landbouw, de plek waar hét debat plaatsvindt. Beide kanten van de dichotomie interesseerden mij. Wageningen was de plek waar de Unilevers en Monsanto’s van deze wereld hun gebouwen dicht bij de Campus (of praktisch op de campus) bouwen en waar baanbrekend onderzoek wordt gedaan naar gentech, maar waar ook proeven met biologische landbouw werden gedaan, alles met hoge kwaliteit. En natuurlijk was er Droevendaal (een soort hippie-studentencomplex, waar trouwens ook Wijnand Duyvendak gewoond heeft) en het ecodorp. Hier lééfde het.

Later ben ik daadwerkelijk een studie gaan doen. De WUR trok me ook vanwege de hoge kwaliteit onderwijs en het feit dat de studies meer bèta gericht zijn dan sociale wetenschappen. Ik heb ooit eerder sociale geografie gedaan en vond dat vooral een hoop (anti-nationalistische) propaganda en luchtfietserij. Wageningen leek me echt solide toepasbare wetenschap, die midden in de maatschappij staat.
Ik zal maar meteen verklappen: het werd niks. De studie was te bèta en ik raakte ondertussen in allerlei randzaken verwikkeld. Het begon goed maar ik werd al snel verstrooid en depressief, mede door de lange dagen – waarschijnlijk was/ben ik al met al meer een buitenmens. Hoegenaamd, ik zal een paar dingen beschrijven die me zijn bijgebleven van het schamele jaartje op de uni, waar ik naast iets over planten ook veel over het grotere plaatje heb geleerd.
Lange dagen, opschepperij en gedweep, Chinezen, multinationals en alles dient om de wereld te verbeteren
In het grote plaatje zijn ook de dingen die heel normaal lijken belangrijk, of beter gezegd: juist zijn die belangrijk. Een van die normale dingen is: hard studeren. Dat was zeker het geval bij plantwetenschappen. Het eerste kwartaal stelde ik nog vaak kritische vragen bij inleidende vakken over plantwetenschappen. Maar dit leerde ik snel af: je was gewoon constant aan het blokken om maar bij te zijn. Wie moeilijke vragen stelde ging achter lopen. Logisch, vond ik toen. Het is nou eenmaal hoog niveau.
Iets anders wat me bij is gebleven, is hoe de WUR (Wageningen University & Research) altijd loopt te pochen. Over hoe geweldig hun onderwijs is (altijd bovenaan in de Keuzegids, en dat zullen we weten ook) maar ook over hoe mensen uit de hele wereld dan ook naar Wageningen toe komen. Ik kan me grote infographics herinneren op de muur (Fresco’s, haha) waarop staat weergegeven hoeveel buitenlandse studenten er nu zijn en hoeveel studenten vrouwelijk zijn, en dat dan vergeleken met een paar decennia terug.
Het internationale karakter is iets wat mij ook naar de WUR trok. Ik heb ook leuke mensen ontmoet uit de hele wereld, al bleef het contact vaak wat oppervlakkig. Hoe dan ook, Wageningen dweept, naast met de kwaliteit van haar onderwijs, nogal met dit internationale karakter. De meeste buitenlandse studenten waren Italianen en Chinezen, maar je kwam mensen uit elke windstreek tegen.

Verder gaat het je op den duur, ook als milieu-activistisch ingesteld persoon, de keel uithangen hoe alles binnen Wageningen geframed wordt binnen ‘duurzaamheid’ en ‘de wereld voeden’. Het voedsel wat ze in de kantine serveren, elk paper, de legitimering voor de nauwe band met het bedrijfsleven, altijd wordt er weer het frame van ‘duurzaamheid’ en dergelijke bijgehaald. Op een gegeven moment ga je je ook afvragen of andere zaken niet ook belangrijk zijn, zoals bijvoorbeeld (geo)politiek.
Naast dat de uni veel buitenlandse studenten aantrekt, is de sfeer los daarvan sowieso vrij internationaal. Alle bordjes in het gebouw zijn in het Engels. Soms heb je een beetje het idee dat je op een vliegveld rondloopt in plaats van op een onderwijsinstelling. De gebouwen komen soms nogal klinisch over. Ik kan me herinneren dat ik eens een deur hoorde piepen. Dat viel me op omdat je dat eigenlijk nooit hoort daar.

Banden met multinationals en supranationale instellingen
Wat uiteraard opvalt aan de WUR is de verwevenheid met het bedrijfsleven. FrieslandCampina had al een gebouw praktisch op de campus en Unilever was er een aan het bouwen (inmiddels klaar). Over de details met betrekking tot financiering van onderzoeken zal ik hier niet ingaan, maar wat je meekrijgt is dat daar ook bedrijven steeds meer een rol in spelen.

Naast het bedrijfsleven hebben ook supranationale instellingen hun weg gevonden naar de uni: zo afficheert de WUR zich op de website met dat haar onderwijs het vervullen van de Sustainable Development Goals ten doel stelt. Zoals op alle universiteiten en in algemene zin worden de SDGs uiteraard meer als iets neutraals, vanzelfsprekends of noodzakelijks gebracht. Dus ik vond het toen ook niet bijzonder.

Ik zat in wat activistische kringen en er waren het een en ander aan activistische clubjes (veelal op linkse leest geschoeid milieu-activistisme) op de universiteit, waar ik zo nu en dan eens een activiteit van bijwoonde, zoals Boerengroep, Stichting RUW en Otherwise. Ik hoorde echter later, van mensen van verschillende van deze clubs, dat de universiteit invloed heeft op deze clubs, zowel in de zin van subsidie als in de zin van sturing van het programma. Dit is op zijn minst merkwaardig omdat deze organisaties in principe de facto tegenstander zijn van de universiteit, of in ieder geval luis in de pels.
De ‘tegenstand’ die zulke clubs bieden aan de universiteit zit hem veelal in kritiek op de nauwe band met het bedrijfsleven en de focus van de WUR op technologische oplossing voor landbouwvraagstukken, waarbij veel wordt ingezet op gen-technieken zoals CRISPR-Cas9. Ook bestaat de kritiek dat de WUR te weinig doet om van fossiele brandstoffen af te komen.

Alles wat hierboven staat beschreven is voor veel mensen vrij ‘normaal’. Ikzelf kon ook alles wel rationaliseren, ook al vond ik het raar. Dat je hard moet werken en lange dagen maakt is logisch, want het is de uni. Dat Wageningen internationaal georiënteerd is en bedrijven en studenten uit het buitenland wil aantrekken hoort ook op zich bij deze tijd. Dat de uni zelf clubs steunt die hun oppositie bieden kon ik ook nog wel verklaren met het idee dat dit een manier voor de WUR is om zichzelf scherp te houden.
Ik was gewend dat er meerdere ideeën naast elkaar kunnen coëxisteren. Zo gaat dat ook zogenaamd in een ‘democratie’. Dus dan is het niet zo gek dat de uni clubs steunt die tegen haar eigen doctrines ingaan. Zo houd je het zogenaamd in balans. Ik wil maar zeggen: hiermee kon ik het allemaal rationaliseren.
De studie werd dus niks en ik moest ermee stoppen. Hierom zou je kunnen kiezen om mij niet te serieus te nemen, maar mijn perspectief als iemand die er een tijdje ‘in’ heeft gezeten en later een zeker groter plaatje (niet van Wageningen, maar van wat er überhaupt in het Westen gaande is en in de rest van de wereld) is gaan zien is op zijn minst interessant. Mensen die wél door studeren zijn te druk en gestresst om überhaupt een ‘groter plaatje’ op te merken, laat staan zich erin te verdiepen. Daarom is het zo belangrijk dit te benadrukken.
We moeten het weer eens hebben over..
Zo’n anderhalf jaar later raakte ik bekend met dat er bepaalde zaken die gaande zijn niet kloppen, zoals omvolking en de global shift naar het Oosten, en leerde ik uiteraard (zie mijn eerdere artikelen) over de joodse/Joodse hand hier in. Iedereen die zich hier enigszins bewust van wordt, gaat naar veel dingen anders kijken. Ik nam mijn eigen heilige koeien dus eens onder de loep. Daar behoort het milieu-denken bij, maar ook Wageningen.
Wie bekend is met communistische doctrines en werkwijzen/strategieën (zie bijvoorbeeld mijn artikel) en daar de Joodse hand in ziet gaat deze agenda zien in vele zaken die zich voordoen, ook al had je je dat voorheen niet voor kunnen stellen: het gebeurt met een zekere discretie. Op de WUR (op andere uni’s zal het niet minder zijn) is dit ook duidelijk aan de gang, al wordt dat uiteraard niet als zodanig gepresenteerd.
Wie een beetje kritisch nadenkt (dit lukte mij pas goed toen ik eenmaal van de uni af was), ziet in dat er bepaalde agenda’s worden gepusht: Wat plaatsvindt klopt niet met het verhaal waarom dit zogenaamd gebeurt. Of nog belangrijker: het verhaal zelf, het hele paradigma is op de keper beschouwd een tamelijke wassen neus.

Ten eerste is het goed om de zogenaamde tegenstelling tussen de ‘ecomodernisten’, de hoofdmoot van de WUR en de ‘groenen’, zogezegd de activistische clubs eens kritisch onder de loep te houden. Zoals ik al eerder schreef: de ‘ecomodernisten’ hebben de groenen ‘nodig’ voor hun verhaal. Zonder groenen was er niet de urgentie gecreëerd m.b.t. bijvoorbeeld klimaat en had het hele paradigma van ‘de wereld redden’ ook niet bestaan (dit paradigma is een zeer recent fenomeen en absoluut niet vanzelfsprekend, hoewel het onderhand genormaliseerd is).
Hierbij wil ik niets afdoen aan dat er echte milieuproblemen zijn en serieuze vraagstukken in voedselvoorziening en netzomin aan dat er daadwerkelijke goede technologische oplossingen mogelijk zijn. Het probleem is echter dat er een aantal uitgangspunten naar binnen wordt gefietst met deze twee zogenaamd tegengestelde narratieven, doordat ze het ‘eens’ zijn hierin. Het gaat om de volgende uitgangspunten:
1: We moeten de wereld redden
2: Er wordt vanuit een mondiaal perspectief gedacht
3: Geopolitiek is non-existent of speelt in ieder geval geen grote rol
4: progressieve ideeën zijn de toekomst
Het eerste punt klinkt logisch en onschuldig maar de andere drie overspelen hun hand en leggen daarmee de farce van het eerste punt bloot. Dat we ‘de wereld moeten redden’ is een in rationeel klinkende termen gegoten gefabriceerde legitimering waarmee vooral uitganspunt 2 en 3 gepusht worden. Het mantra werkt op onze empathische gevoelens in en creëert alarmisme, waardoor we meer sympathie opbrengen en noodzaak zien voor ‘mondiale oplossingen’. Uiteraard zou je ook heel goed kunnen ‘de wereld redden’ en tegelijkertijd juist een sterke nadruk op eigen volk en cultuur kunnen leggen. Dat gebeurt echter niet, omdat het doel uiteindelijk (onder andere) júist is om supranationale instellingen en verdragen, oftewel globalisme dus, te promoten.

Terwijl globalisme steeds meer wordt gebracht als vanzelfsprekendheid, wordt juist voorbijgegaan aan de vraag of we überhaupt wel moeten “de wereld redden”. Waarom niet gewoon ons eigen hachje? Waarom is het mijn verantwoordelijkheid om de problemen van de hele wereld op te lossen? Uiteraard ben ik geen tegenstander van samenwerking en kennisuitwisseling tussen landen en zie ik ook in dat dat juist voor jezelf beter kan zijn. Maar soms heb je een conflict en dan moet je voor jezelf kiezen. Deze perspectieven ontbreken echter in de mantra’s over duurzaamheid. Het mondiale perspectief wordt als een vanzelfsprekend uitgangspunt gebracht.

Omdat we allemaal elkaar gaan helpen en samen een betere wereld gaan creëren, hoeven we ook niet in geopolitieke rivaliteiten te denken. Eventuele conflicten kunnen worden opgelost met materiële welvaart en een hogere efficiëntie. We hoeven ons dus niet druk te maken over dat China het Westen voorbijstreeft en meer macht naar zich toetrekt, maar we kunnen dat volgens de ecomodernisten zien als een zege van de vrije markt en ‘wetenschap’ en volgens de groenen is het vooral een probleem voor het milieu en eventueel voor minderheden in China. Ook wordt er voorbijgegaan aan buitenlandse belangen (bijvoorbeeld Russische) als het gaat om het sluiten van energiecentrales, outsourcen van industrieën, pijpleidingen en dergelijke.
Veel groenen geloven dat als we ‘groen’ gaan, we een voorbeeld voor de rest van de wereld zijn, die uiteindelijk ook zal volgen. Ecomodernisme ziet meer heil in technologie en innovatie. Hoe dan ook, beide perspectieven hebben geopolitiek als ‘blinde vlek’.
“Progressieve” waarden
Iets anders wat mij opviel is progressivisme. Ik was altijd vrij groen denkend en zat ook in dito kringen. Hierin was men altijd vrij progressief, om het maar zacht uit te drukken. Vooral feminisme was een prominent thema bijvoorbeeld op de Voedsel Anders conferentie. Dit raakte me toen veel en ik denk nog steeds dat ze ook wel degelijk een belangrijk punt hebben omdat over de hele wereld vrouwen veel werken in de landbouw, maar hun positie wellicht verbeterd moet worden. Maargoed, daar gaat dit artikel nu even niet om.
Ik verwachtte, als groene, dat de ‘tegenhanger’, het ecomodernisme, juist tegen progressieve ideeën als feminisme en ook herverdeling van de welvaart zou zijn, maar dat bleek niet het geval! De ecomodernisten zijn in veel gevallen net zo progressief. Het meningsverschil zit hem erin hoe deze waarden gerealiseerd kunnen worden, niet in of we een en ander wel moeten willen überhaupt.
Het punt is: met deze zogenaamde tegenstelling en dan vooral de punten waarin de twee rivaliserende ideologieën het ‘eens’ zijn, worden een aantal uitganspunten genormaliseerd, gepresenteerd alsof ze “neutraal” of “wetenschappelijk” zijn. Dat er ook een totaal andere positie mogelijk dan wel noodzakelijk is, zoals bijvoorbeeld (geo)politiek meer centraal stellen in plaats van het milieu, lijkt dan een gepasseerd station. Op de keper beschouwd zijn deze schijnbaar ‘neutrale’ ‘wetenschappelijke’ uitgangspunten absoluut niet vanzelfsprekend.
Trends in een mondiaal (wereldcommunisme) perspectief
Tot zover de schijnbare tegenstelling. Een aantal tendensen in Wageningen, vooral met betrekking tot mondialisering, ben ik naderhand ook eens gaan bekijken vanuit een communistisch perspectief. Een beknopt overzicht:
Ten eerste: de internationale oriëntatie, verdergaande verengelsing en de ietwat vervreemdende bouwstijl van de campus. De nieuw opgeleverde campus is gebouwd in een moderne internationale stijl. De gebouwen hadden overal kunnen staan om zo maar te zeggen. De internationale sfeer komt dan ook soms wat geforceerd over.
Het grote aantal Chinese studenten geeft te denken. Evengoed dat de toenmalige bestuursvoorzitter Louise Fresco vaak benadrukt heeft (1, 2) hoe belangrijk een samenwerking met China is. Een kennisoverdracht van het Westen naar China is een belangrijke communistische strategie (zie ook Kalergi), die al in een ver stadium is. Overigens: ook al is China nu zogenaamd ‘kapitalistisch’, de CCP heeft er, zelfs officieel, nog steeds de macht.
Bedenk dat communisme altijd vijandig is geweest tegenover het Westen en dat het nog openlijk bestaat in China. Waarom zouden we dan onze kennis zo makkelijk aan ze cadeau doen? Dit is dan ook nog maar een zeer recent verschijnsel. Wageningen heeft deze ‘samenwerking’ pas vanaf pakweg de jaren ’90.
Multinationals bouwen kenniscentra op de WUR campus en krijgen een steeds grotere vinger in de pap ook als het gaat om financiering van onderzoek. Denk aan FrieslandCampina, Unilever, Upfield en nu ook het Chinese (je verwacht het niet) zuivelbedrijf Yili.
Groenen geven uiteraard ‘kapitalisme’ de schuld van de toenemende verwevenheid van multinationals met de WUR , wat niet geheel incorrect is. Het grotere plaatje, de megatrend, is echter niet zozeer kapitalisme maar een verschuiving van economische macht van het MKB naar multinationals en meer politieke invloed voor deze laatste groep ten koste van nationale staten/bevolkingen.
Als in Wageningen de toenemende invloed van multinationals al genoemd zou worden, zou het gepresenteerd worden als iets wat nou eenmaal (organisch) gebeurt, of het zou geframed worden als iets goeds want “efficiëntie”, “innnovatie” en dergelijke kreten.
Kapitalisme leidt tot monopolieën en dus uiteindelijk tot een concentratie van macht en bezit. Dat komt praktisch neer op communisme, zoals ik al heb beschreven in het vorige artikel. Momenteel is het al zo dat praktisch alle multinationals in bezit zijn van Blackrock en Vanguard. Niet zelden maken multinationals dan ook globalistische propaganda en hebben ze een explicitiete “SDG-strategie” (Sustainable Development Goals).

SDGs zijn al genoeg blootgelegd om er hier helemaal op in te gaan, maar het is dus belangrijk om te benadrukken dat zowel de WUR hieraan meedoet, als de multinationals die steeds meer invloed naar zich toe trekken. Waarom is hier weinig weerstand tegen? Omdat kritische studenten op het verkeerde been worden gezet en ‘kapitalisme’ als het probleem zien. Zij richten zich dus wel tegen de multinationals, maar niet tegen de SDG agenda en dergelijke. De SDG’s zijn dan ook geformuleerd in doelen als “schoon drinkwater voor iedereen” – waar je praktisch niet tegen kán zijn. Vooral goedbedoelende linkse zielen zullen hier niet snel iets kwaadaardigs achter zoeken.
Rechtse mensen worden evengoed om de tuin geleid en gaan de ‘groenen’ juist als het probleem zien met hun irrationele, betuttelende en vermeend inefficiënte ideeën. Zij zien niet zelden mensen als Louise Fresco juist als “verfrissend t.o.v. het doorgeslagen milieu-denken” Zo komt er dus een tegenstelling tussen twee narratieven die beide blind zijn voor wat er werkelijk gaande is. Ze geven elkaar de schuld, waardoor de globalistische/communistische agenda ongehinderd verder gaat.
Ik schrijf dit artikel omdat ik weet dat de beschreven ontwikkelingen geen goede kant op gaan. De trends zijn,: mondialisering, verschuiving van macht van het Westen naar het Oosten, meer supranationale regels en bureaucratie, minder nationale soevereiniteit en ook gewoon: zielloze lelijkheid, doorgeschoten technologie en van 3D-geprint voedsel en dergelijke verwacht ik weinig goeds.

Hoe kan het dan toch dat veel mensen actief en vanuit oprechte overtuiging aan deze agenda’s meewerken?
Het antwoord zit hem in een aantal zaken. Sowieso zien mensen communisme niet als een gevaar omdat ze denken dat het dood is sinds 1989. Anderen worden weer gouden bergen/goede verdiensten beloofd als we “China juist als een kans zien”. Veel studenten denken uiteraard dat ze bezig zijn met het klimaat te redden linksom of rechtsom of op een andere manier goed doen voor de wereld. Het hele narratief van de WUR is daar nu omheen gebouwd en verweven met elk vak, elke scriptie. Hoe heeft dit zover kunnen komen? Dit brengt ons bij de markante persoonlijkheid Louise O. Fresco.

De (per 1 juli 2022 voormalig) bestuursvoorzitter van de WUR Louise Fresco was voordat ze in Wageningen aantrad werkzaam geweest binnen onder andere de VN en de FAO. Echter, naast haar carrière bij multinationale instellingen en de WUR is ze ook een begenadigd schrijver en spreker. Zo heeft ze haar magnum opus “Hamburgers in het Paradijs” en tal van andere boeken waaronder kinderboeken geschreven en heeft ze Ted Talks gegeven. Ook is ze columniste geweest voor NRC.
Haar grote talent is er tevens een die bij mij onderhand alarmbellen doet rinkelen: met prachtige verwoordingen kan ze een idee als iets moois en/of noodzakelijks verkopen, terwijl het in feite maar de vraag is of het wel zo mooi is, zo niet de facto armoede of eerder een dystopische agenda is. Naast haar riedeltje dat we GMO’s nodig hebben om de wereld te voeden verkoopt ze ontwikkelingen als urbanisering als iets goeds. Waar doet me dit aan denken? Aan communistische propaganda. Zie hiervoor mijn voorgaande artikel.
Voordat we naar Fresco’s narratief kijken is het zinvoller om het grotere plaatje te zien van organisaties waaraan zij verbonden is (geweest). Wikipedia noemt een hele waslijst op: onder meer FAO (De voedsel- en landbouworganisatie van de VN), CGIAR (Consultative Group for International Agricultural Research, verbonden aan de Europese Commissie, FAO en Wereldbank, geïnitieerd door de Rockefellers), de Deltacommissie (die Nederland moet beschermen tegen klimaatverandering), de Rabobank (een van ’s werelds grootste banken in de agrarische sector), de Shell foundation en de Sociaal Economische Raad (SER).
Daarnaast is ze verbonden aan het WEF als “agenda contributor” en de Trilateral Commission (tevens door Rockefeller opgerichte stichting, zegt op te komen voor een ‘open samenleving en economie‘). Het is een invloedrijke club die verregaande mondialisering tot doel heeft, ofwel het vervagen van natiestaten/grenzen.
In de context van dergelijke globalistische organisaties waar Fresco aan verbonden is, is haar retoriek niet zo heel belangrijk. Net zoals we minder belang gaan hechten aan wat Rutte allemaal uitkraamt als we weten dat hij ook maar een zekere marionet is die een agenda uitvoert. Bij Fresco is het vooralsnog interessant, ook als in hoe zij haar retoriek juist gebruikt om een bepaalde agenda linksom of rechtsom te pushen.
Fresco’s centrale dogma is als volgt: biologische landbouw kan de wereld niet voeden, dus moeten we wel GMO’s gebruiken en andere moderne (controversiële) technologieën. Ze schildert de hang naar biologische, of meer traditionele landbouw/voeding af als iets irrationeels – weliswaar goedbedoeld – en technische innovatie juist af als iets moois en noodzakelijks. Haar verhaal ondersteunt ze door er mooie retoriek en allerlei voorbeelden uit de geschiedenis bij te halen. Uiteraard pleegt ze ook emotionele chantage op mensen: “Je móet GMO’s, kunstmest e.d. gebruiken, anders ben je immoreel want je laat mensen verhongeren”. Een retorisch middel wat zich bewezen heeft in het Westen.
Zo maakt ze in feite reclame voor multinationals. Bedenk dat GMO’s een stuk lastiger te verkopen waren geweest zonder het vermeende Unique Selling Point dat ze de wereld kunnen voeden.
Wat ze eigenlijk zegt is zoiets als: “Ja, we moeten de wereld redden, maar wel op míjn voorwaarden”. Een ander stokpaardje is dat we het nu met zijn allen beter dan ooit hebben, waar strikt materialistisch gezien wel iets van waarheid in zit. Verder dweept ze nogal met China en raadt ze studenten aan om zich in andere culturen te verdiepen. Dat laatste lijkt mij nogal in strijd met haar promotie van technologieën en multinationals (ze werkt zelf onderhand bij het zaden- en landbouwchemicaliënbedrijf Syngenta), aangezien deze juist, met hun voortwoekering over de hele wereld vaak authentieke culturen doen verdwijnen.
Dergelijke narratieven helpen hoe dan ook de multinationals en de globalisten/communisten met haar pro-technologie en pro samenwerking met China verhaal. Het stokpaardje dat we het nu beter hebben dan ooit voorkomt dat mensen serieus in verzet komen.
De “antisemitische” aap komt uit de mouw
Is dit allemaal een organische toevallige samenloop van omstandigheden en zie ik spoken? Wat voor mij de doorslag gaf in dit alles om dit artikel te schrijven: Fresco is Joodse. Het klopt allemaal te goed met globalistische Joodse doctrines en agenda’s: Het promoten van (communistisch) China, het meedoen met SDGs, het dwepen met niet-Westerse culturen en het veronachtzamen van de Westerse cultuur, het verkopen van mooie praatjes voor iets wat de facto tot onze eigen slavernij leidt en het promoten van genetische modificatie. Je mag niet generaliseren maar ook haar retorische talent is iets wat je bij veel Joden terugziet.
GMO’s zijn hét stokpaardje van Fresco. Ze gebruikt de bekende emotionele chantage om het te promoten van “anders kunnen we de wereld niet voeden” (merk op hoe zo het mondiale denken genormaliseerd wordt) en dergelijke. Het is echter de vraag of het om het voeden van de wereld gaat of dat er, naast uiteraard grote economische belangen, iets anders aan de hand is.
Genetische modificatie: een religieuze joodse agenda?
Volgens de controversiële mytholoog en historicus Christopher Jon Bjerknes is genetische modificatie in lijn met oude Joodse geschriften1. In Israël wordt dan ook veel onderzoek gedaan naar dergelijke technologieën2. Denk ook aan kunstmatige baarmoeders en ‘transhumanisme’ wat onder andere gepromoot wordt door de aan het World Economic Forum verbonden Israëlische “bestellerauteur” Yuval Noah Harari.

Al ligt de focus voor Fresco en de WUR met name op landbouw, wat zij promoot is in lijn met de kant die het WEF op wil, namelijk een brede inzet van genetische modificatie. CRISPR-Cas9 is iets waar je mee doodgegooid wordt als student op de WUR en een duidelijk paradepaardje van Fresco. Kort samengevat is CRISPR-Cas9 een technologie waarmee bepaalde genen ‘uitgeknipt’ kunnen worden, in tegenstelling tot genetische modificatie waarbij genen van het ene naar het andere organisme worden overgebracht. Hiermee is CRISPR-Cas9, hoewel strikt genomen genetische modificatie, minder controversieel. De toepassingen gaan uiteraard veel verder dan in de landbouw.
Wat ze me niet vertelden op de uni – of het is me ontgaan – was hoe nieuw en de facto experimenteel deze technologie nog is. In 2015 uitgevonden, dus 3 jaar oud toen ik daar zat. Al is er nog veel onbekend over genen en de langetermijneffecten van het wegknippen van genen (bijvoorbeeld doordat een gen voor meer codeert dan gedacht wordt), op mijn studie en in de communicatie van de WUR werd het al gepromoot als dé oplossing.
Een van de uitvinders van CRISPR-Cas9, Jennifer Doudna, is zelf ook verbonden aan het (door Joden gecontroleerde) WEF. In 2017 gaf zij er een lezing over de voordelen van CRISPR-Cas9. Wat het WEF hiermee allemaal van plan is kun je je afvragen of je het wel zou wíllen weten. Dat Doudna in 2017 ook de Pilgrims Society’s Academy of Achievement award kreeg uitgereikt door niemand minder dan Jacob Rothschild stemt ook niet per se gerust.

Dit artikel wil overigens niet per se de anti-gmo positie verdedigen. Het punt is vooral dat er andere belangen en agenda’s meespelen dan wat er wordt gecommuniceerd. De overdreven manier hoe het gehyped wordt ondanks het nog prille stadium, zowel op de WUR als op het wereldtoneel, is vrij verdacht. Wat er precies allemaal op het programma staat valt buiten de scoop van dit artikel.
Hoe kan het dat ze ermee weg komen om een agenda te pushen van genetische modificatie en andere dubieuze ideeën zoals het sterk verminderen van de vleesconsumptie? Dit kan alleen dankzij het duurzaamheidsverhaal. Zogezegd zijn de ‘groenen’ op Wageningen de nuttige idioten. Door constant te hameren op klimaatverandering ontstaat er een ‘klimaat’ van alarmisme en urgentie.
Extinction Rebellion
Een belangrijke speler in dit grotere plaatje, waarschijnlijk tegen wil en dank, vormt Extinction Rebellion. XR werd, ook in Wageningen, vanuit het niets opeens zeer groot en professioneel. Al zullen de activistische zielen van XR het waarschijnlijk nooit geloven, maar deze beweging is hoogstwaarschijnlijk met een globalistisch doel van bovenaf opgezet: “kunstgrassroots“. Er was ruimschoots aandacht voor in de Resource, het magazine van de universiteit. De WUR gebruikt het alarmisme wat XR creëert met hun schokkende “die-ins” en andere acties om haar agenda van globalisme en genetische modificatie verder door te pushen onder het vaandel van ‘duurzaamheid’ en ‘klimaat’.
Louise Fresco profileert zich met een genuanceerdere opvatting over vleesconsumptie vergeleken met de klassiek groenen. Ze is een stuk minder radicaal in het overgaan tot een vegetarisch dieet, al eet ze naar eigen zeggen doorgaans wel vegetarisch. Ze benadrukt vooral dat biologisch vlees minder efficiënt is, kortom ze brengt het ‘de wereld voeden’ mantra hierin ook naar voren. Ook promoot ze laboratoriumvlees, iets waar het WEF ook zo zijn plannen mee heeft.

Al is ze genuanceerder dan de echte groene Khmers, haar standpunten dragen er wel aan bij dat we vlees op deze manier blijven zien. We gaan vlees meer beoordelen op de (vermeende) milieu-impact ervan en minder op de (unieke) voedingswaarde.
Of deze verklaring te banaal en kort door de bocht is durf ik niet 100% te zeggen, maar het heeft er alle schijn van dat de elite ons gewoon dom en ongezond wil houden met een armer dieet (ik ga hier de discussie niet helemaal aan maar vlees is voor de meeste mensen onmisbaar voedsel) en dat Fresco het narratief om de vermindering van vleesconsumptie te legitimeren, hoewel nuanceert, in stand houdt.
Bedenk overigens dat communisten (want dat zijn ze bij het “You’ll own nothing” WEF) en andere machtige elites in het verleden vaker op grote schaal de voedselvoorziening hebben verstoord. Denk aan Oekraïene onder de Bolsjewieken, maar ook de Ierse hongersnood en Duitsland na WO1 en WO2. Allemaal kunstmatig veroorzaakt.

Het valt buiten de scoop hier om te belichten hoe een dergelijke verstoring van het voedselsysteem nu gaande is, maar de propaganda voor vegetarisme van de afgelopen jaren lijkt overduidelijk bedoeld te zijn om ons warm te maken voor de uiteindelijk door de elite gewenste verandering. Bedenk dat communisten in het verleden vaker prachtig en intellectueel klinkende propaganda hebben lopen maken voor iets wat neerkomt op pure armoede (geestelijke zowel als materiële armoede).

Dat Fresco invloedrijk is met haar contacten bij de VN, de FAO en multinationals (ze combineerde haar functie op de WUR met een baan bij Syngenta) is niet vergezocht. Haar Joodse identiteit hangt ze niet aan de grote klok maar laat dat toch blijken op bijvoorbeeld de Agrivest-conferentie in 2018 in Tel Aviv: Ze ziet de voedseltransitie als “Tikkun Olam” – het joodse dogma om de wereld te ‘helen’. Dat is geen klein bier. Waar het echter natuurlijk om gaat is niet zozeer haar persoon – hoe belangrijke speler ze ook is – maar om het grotere plaatje.
Is de voedseltransitie een (religieuze) agenda van Joodse elites? Voor de Goyim? Dit behoeft een artikel op zichzelf. Het is in ieder geval duidelijk dat Wageningen ‘in het complot’ zit wat betreft diversiteit, global shift, machtsoverdracht aan multinationals, Sustainable Development Goals, de ‘landbouwtransitie’ danwel de vermindering van de vleesconsumptie en het pushen van GMO’s.
Ben ik nou gek of paranoïde, of zit iedereen te slapen op de WUR? Misschien overdrijf ik, maar vaak blijkt: als je meer en meer over dergelijke ontwikkelingen leert, dat het juist nog erger is. Goed, zit iedereen te slapen? Nee, zeker niet. Maar men wordt aan de ene kant met een druk programma bezig gehouden – zowel voor studenten als voor onderzoekers is het strijden om mee te blijven doen – en aan de andere kant zoet gehouden door ze te overtuigen dat ze de wereld – linksom of rechtsom – aan het verbeteren zijn.
Voor wie alsnog kritisch is zijn er clubs als de RUW, stichting Otherwise en de Boerengroep. Ik weet dus van betrokkenen dat de universiteit actief deze groepen stuurt. Zo wordt ervoor gezorgd dat de aandacht wordt afgeleid van echte onderliggende oorzaken van wereldproblemen zoals geopolitiek en het financiële systeem en worden valse tegenstellingen zoals tussen groen en ecomodernistisch of gewoon links en rechts in stand gehouden. De WUR maakt er handig gebruik van voor haar eigen agenda.
Ecodorp Wageningen
Iets wat mij naar Wageningen trok was het ecodorp Ppauw op de Wageningse Berg. Hier was men bezig met zelfvoorzienendheid, door middel van low tech oplossingen en eigen voedselteelt aan de hand van permacultuur. Het ecodorp (bestaat nog steeds) is opgebouwd uit een gemeenschappelijke ruimte en daaromheen wat mensen die in woonwagen achtige toestanden en tiny houses leven. De oprichter klopt zich nogal op de borst dat hij er al weer 8 jaar in slaagt het stuk grond te kraken, terwijl dergelijke projecten elders vaak snel door de gemeente of eigenaar worden opgedoekt.
Het ecodorp is in veel dingen de tegenhanger van waar de WUR voor het grootste deel mee bezig is. Geloven ze in de WUR in ‘smart farming’ door middel van computergestuurde ledverlichting en plantjes op steenwol, het ecodorp haalt ergens tweedehands een oude kas op en kweekt er in de volle grond groente, de grond eventueel verkregen door het eigen GFT-afval te composteren. Technologie werkt er sowieso grotendeels met omgebouwde hergebruikte apparaten en materialen. Juist dat deze tegengestelde visies bestaan in Wageningen is wat mij er naar toe trok.
Het ecodorp staat me bij als tot zekere hoogte verweven met de aktivistische clubs van de uni, en later ook met Extinction Rebellion. Uiteindelijk ben ik in twijfel gaan trekken of de oprichter van het ecodorp nou zo’n genie was dat hij het met de gemeente al 8 jaar wist voor elkaar te spelen, of dat toch ook zijn project een beetje ‘gebruikt’ werd. Feit is in ieder geval dat Wageningen over het algemeen een vrij ‘links’ stadsbestuur heeft. Groenlinks en D66 zijn er de grootste partijen, of in ieder geval was dat toen ik er zat zo.
Dat Groenlinks en D66 ook verbonden zijn met het WEF is onderhand geen groot geheim meer. Hoezeer deze partijen van bovenaf bestuurd worden en wat voor invloed dit zou hebben op gemeenteraden durf ik niet te zeggen, maar het is niet overdreven vergezocht dat de gemeente Wageningen op de een of andere manier heeft besloten het ecodorp niet te veel tegengas te geven, omdat het in zekere zin juist iets uitdraagt wat deze partijen goed kunnen gebruiken. Het ecodorp is met haar speelse, vrijgevochten en ietwat ludieke benadering tot duurzaamheid een mooi uithangbord of beter gezegd windowdressing voor hun ‘duurzame ontwikkeling’.
Dit laatste klinkt wat vergezocht en een mooi uithangbord voor een idee als duurzaamheid kan natuurlijk ook heel goed vanuit een goed hart zijn. Oprechte groenen zien graag een inspirerend voorbeeld voor duurzaamheid. Het kan natuurlijk ook goed dat de gemeenteraad op deze manier dacht en zodoende sympathiseerde met de krakers van het ecodorp.

Het grote plaatje blijft hoegenaamd staan: De goedbedoelende eco-activisten bereiden de weg voor voor ‘duurzaamheid’ door het juiste klimaat van urgentie te creëren. Ze doen eigenlijk het propagandawerk van de elite. De ‘transitie’ zogenaamd hiernaar vindt echter plaats onder de voorwaarden van de globalistische elite.
Een vriendin van me destijds zei: “Louise Fresco heeft zo’n mysterieuze glimlach. Een glimlach van iemand die alles overziet en doorheeft”.

Het is deze glimlach, die ons van links tot rechts betovert om uiteindelijk te doen wat de elite van ons wil.
Kort samengevat hebben we een universiteit die:
- steeds nauwere banden met multinationals onderhoudt.
- samenwerkt met communistische China
- SDGs, een agenda van de elite, nastreeft
- diversiteit en moderne architectuur stimuleert
- discutabele controversiële nieuwe technieken uit de biotechnologie aanmoedigt, in lijn met wat elites willen
Als Wageningse studenten, en wij in het algemeen, daadwerkelijk iets van verzet willen plegen tegen de globalistische tendensen van de WUR (en in het algemeen) moeten we inzien dat ‘kapitalisme’ niet het probleem is. Het is breder en gecompliceerder. Zowel ‘Rechts’ al ‘links’ georiënteerde mensen zullen dan uiteraard door de mooie retoriek van Fresco c.s. heen moeten prikken.

Wageningen ‘doet mee’ met zowel de multinationals als met de ‘overheid’ en haar stikstofagenda. Zowel links/groen georiënteerden als boeren zien zich als oppositie tegen de WUR. De huidige gangbare dialectiek voorkomt dat deze groepen de samenwerking opzoeken. Voor groene/linkse mensen zou ik mee willen geven: besef hóe veel ze flikken met het milieu als excuus. Is het ‘greenwashing’ of is er iets anders aan de hand?
Het is cruciaal te verbinden, juist in deze tijd van “The Great Reset”.
Noten
- Christopher J. Bjerknes, Beware the World to Come, second edition (2020) P. 310
Geef een reactie